Het gedachtenboek van een geadopteerde

Ruim twee maanden geleden was het daar: het rapport van de commissie Joustra. De conclusies waren hard, en de impact op de adoptiewereld groot. Eén van de aanbevelingen was het instellen van een (tijdelijke) adoptiestop uit alle landen. Alleen ouders die al beginseltoestemming hadden op moment van publicatie mogen door met hun procedure, de rest kan alleen maar afwachten… 

Op basis van de feiten uit het rapport kan ik me vinden in de aanbeveling dat het hele adoptiesysteem eens goed moet worden doorgelicht, maar ik maak me inmiddels wel zorgen over hoe stil het blijft over het vervolg. Op dit moment lijkt het erop dat de vorming van een nieuw kabinet nog wel even gaat duren, en een definitieve uitspraak over het al dan niet doorgaan met adoptie is dus ook nog ver weg. Om voor mezelf te spreken, voel ik me niet gelijk geraakt door de conclusies over de structurele misstanden in de adoptiewereld. Misschien komt dit doordat ik blij ben met waar ik terecht ben 
gekomen, of misschien omdat ik voor nu blijf geloven dat er geen grove misstanden hebben plaatsgevonden rondom mijn adoptie maar ik ben, ondanks de conclusies van dit rapport, gevoelsmatig nog steeds vóór adoptie. 

Natuurlijk ben ik niet voor kinderhandel (wie wel…?!), en bij de gedachte aan ‘babyfarms’ krimpt mijn hart ineen, maar ik geloof ook dat er nog steeds kinderen zijn die om wat voor reden dan ook geen (t)huis kunnen vinden in hun geboorteland. Waarom zouden deze kinderen niet voor adoptie naar Nederland mogen komen? Alleen omdat “wij” geen waterdicht adoptiesysteem kunnen bedenken, alle adopties voor altijd stopzetten? Voor mij zou dat voelen alsof we, als Nederland zijnde, maar gewoon wegkijken; dat we doen alsof deze kinderen er opeens niet meer zijn. Terwijl dat dit wel zo is. Is dat dan in het belang van ieder kind…? 

Liefs, J. 

 

“Nikwi vond haar biologische ouders verrassend snel: Nu zoveel meer mogelijk”. Zo luidde de kop van het artikel van RTL Nieuws over de succesvolle zoektocht van Nikwi naar haar biologische ouders in China. Is er dan toch een kans dat ik ze ook ooit zal vinden? Vertwijfeld kijk ik naar mijn zoekposter. Tot nu toe heeft mijn zoekposter me nog niks concreets opgeleverd, en de rest eigenlijk ook (nog) niet… 

Eind vorig jaar begon mijn zoektocht met het plaatsen van een bestelling voor een 23andMe DNA kit. Of eigenlijk, als we het hebben over het ‘begin-begin’, bij mijn ouders aan de keukentafel. Ook al wist ik vrij zeker dat mijn ouders me zouden steunen in deze zoektocht, moest ik wel even een drempel over om hen erover te vertellen. Ondanks alles voelde het namelijk toch een beetje dubbel, want waarom zou je persé opzoek willen naar een tweede paar als je gelukkig bent met degene die je hebt…? 

Gelukkig reageerden mijn ouders positief en begripvol op mijn aankondiging een poging te willen doen om mijn biologische ouders te willen vinden. Eerst de 23andMe kit. Dankzij deze test weet ik nu dat ik 1) van Chinese afkomst ben en 2) dat ik een héleboel 3de, 4de en 5de (en waarschijnlijk nog wel wat verder) neven en nichten heb. Enig probleem: beide feiten brengen me niet veel dichter bij het antwoord wie mijn biologische ouders zijn. 

En dat is een beetje hoe mijn zoektocht vooral voelt qua emoties: hoop, teleurstelling, hoop, teleurstelling en toch weer de hoop. En zolang er verhalen zoals die van Nikwi zijn, houd ik hoop dat ook ik op een dag mijn biologische ouders zal vinden. 

Liefs, J. 

 

Waarom heb je me weggedaan? Waarom liet je me achter op straat in die bewuste nacht? Wilde je liever een zoon of dwong je (schoon)familie je ertoe? Wie dacht je dat me zou vinden? Waar dacht je dat ik terecht zou komen? Denk je nog weleens aan me? Aan hoe het misschien met me gaat? Of was ik alleen ongewenst bewijs van iets wat er nooit had moeten zijn? 

Moederliefde is onvoorwaardelijk en onverwoestbaar. Dat is wat de meeste boeken, tv series en films ons willen laten geloven, maar is dat wel zo? Jij deed mij weg. Liet mij als baby middenin de nacht achter op straat in de wetenschap mij waarschijnlijk nooit meer terug te zullen zien. Weerloos, zonder mezelf te kunnen beschermen of verdedigen. Is dat moederliefde… ? 

Mijn verstand probeert een logische verklaring te vinden voor het feit dat je afstand van me deed. De eenkindpolitiek, de extreme maatschappelijke druk om een jongen te krijgen of misschien was het de armoede die je geen keuze lieten. Meestal bieden deze mogelijke antwoorden voldoende troost als ik loop te piekeren over het ‘waarom’. 

Toch zijn er ook momenten dat het verdriet, de woede en het onbegrip over die keuze sterker zijn. Dan overheersen de gedachtes: ‘waarom was ik (dan) niet goed genoeg… ? Waarom kreeg ik geen kans om mezelf te (kunnen) bewijzen? Was ik het dan niet waard om voor te vechten? Had ik iets kunnen doen, zodat ik wel had kunnen blijven?’ 

De kans dat ik je ooit zal vinden is enorm klein. Dat weet ik. Toch blijf ik hopen dat we op een dag elkaar zullen ontmoeten, en dat ik eindelijk het antwoord hoor op de vraag ‘waarom… ?’ 

Liefs, J. 

 

Waar kom je echt vandaan…?, Weet je wie je (biologische) ouders zijn?, Wil je ze (= biologische ouders) gaan zoeken? Ben je weleens terug geweest? Wat vind je van China?   

Dit zijn zomaar een paar voorbeelden van vragen die ik met enige regelmaat te horen krijg. Ze beantwoorden gaat me inmiddels makkelijk af. Ik verander ‘gewoon’ in een soort robot die automatisch wat zinnen opdreunt: “Ik kom uit China. Ik ben blij met mijn leven/ouders hier in Nederland. Ja, ik ben heel blij met de kansen die ik heb gekregen.” Enzovoort, enzovoort. Maar ik ben geen robot, ik ben een mens met gedachtes, emoties en gevoelens en de vragen doen me pijn. Ik ben hier opgegroeid, ik spreek de taal, ik ken de geldende normen en waarden, ik deed het goed op school, ik heb een baan, een huis… Wat moet ik nog meer doen, zodat anderen me als volwaardig Nederlandse zullen zien?  

Gelukkig heb ik een lieve familie en vrienden, die me altijd steunen. Die me laten voelen dat ik er ‘gewoon’ mag zijn, maar ze zullen nooit helemaal het gevoel begrijpen wanneer er weer eens wordt opgemerkt dat “je wel dankbaar zult zijn dat je hier nu bent”.   

Het gaat er niet om dat ik niet dankbaar ben voor mijn leven nu. Het gaat erom dat ik niet persé herinnerd hoef te worden aan het feit dat ik geadopteerd ben. Dat weet ik zelf ook wel. En ik zou het fijn(er) vinden als mensen me niet het gevoel zouden geven dat ik me daar constant voor zou moeten verontschuldigen.  

Liefs J. 

 

Adoptie betekent voor mij dat ik een liefdevol, warm thuis heb gekregen. Een thuis met zorgzame, lieve ouders die mij altijd hebben uitgedaagd om nieuwe dingen te ontdekken en tegelijkertijd mij beschermden en steunden wanneer dat nodig was. Ik kon naar school en later naar de universiteit. Ik kon vriend(inn)en maken en onbezorgd met ze spelen. En toen ik wat fanatieker werd met sporten, hadden mijn ouders de mogelijkheden om me daarin volledig te kunnen ondersteunen. De meeste mensen zagen vooral deze ‘zorgeloze’ kant. 

Naar de buitenwereld toe, straal ik ook graag dat beeld uit van die zelfstandige en zelfverzekerde meid die het maar getroffen heeft; mijn masker gaat gemakkelijk op als “vreemden” me (onder)vragen hoe het is om geadopteerd te zijn. Een dikke muur beschermt me tegen alles wat ik verder niet wil voelen. Maar onder dat masker en achter die dikke muur vind je een andere kant van mij. Daar, veilig weggestopt, zit een gevoel van leegte, woede en verdriet. Een leegte omdat er zoveel onbeantwoorde vragen zijn… Machteloze woede, omdat ik op dit moment geen antwoord heb op de vraag ‘waarom’. En ik voel verdriet omdat er toen, ruim 20 jaar geleden, ook iets voor altijd verloren is gegaan. 

Begrijp me niet verkeerd, op basis van mijn eigen ervaring denk ik dat adoptie iets heel moois is. Een prachtige kans op een beter leven. Maar soms doet het me ook pijn om een geadopteerde te (moeten) zijn. 

Liefs J. 


Lieve lezer(s), 

Een paar weken geleden zag ik een oproep of er Chinees/Taiwanees geadopteerden waren, die via deze pagina hun persoonlijke verhaal wilden delen. Dat wilde ik misschien wel. Tegelijkertijd had ik ook wel mijn twijfels, want het publiceren van een persoonlijk verhaal is niet iets wat ik normaalgesproken (zomaar) zou doen. Maar dankzij de lieve woorden en steun vanuit het Adoptiepedia team denk ik dat dit het juiste kanaal (en voor mij ook het juiste moment) is om dit toch te doen. Ik heb geen specifiek doel voor ogen, maar ik hoop wel bij te dragen aan het besef dat adoptie iets heel moois kan zijn, maar dat er ook vaak sprake is van verdriet en emotionele schade en dat die twee gewoon naast elkaar kunnen (en mogen) bestaan. 

Even kort over mezelf. Ik ben geboren in de provincie Guizhou, en als baby naar Nederland gekomen. Toen ik jonger was ging mijn interesse in mijn adoptie een beetje met ups en downs, maar vorig jaar werd het verlangen om toch meer te weten te komen over mijn achtergrond steeds sterker. Daarom heb ik vorig jaar een start gemaakt met een zoektocht naar mijn biologische ouders. Deze beslissing had alleen een grotere mentale impact op me dan dat ik zelf had gedacht. Om die reden ben ik toen gestart met een soort ‘gedachtenboek’; een document waarin ik mijn gedachtes en gevoelens opschreef, als ik er zoveel had dat het voelde alsof mijn hoofd op ontploffen stond. En het zijn deze gedachtes en gevoelens die ik in volgende posts met jullie zal delen. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden. 

Liefs, J.