Lynn, 20

Lynn, 20

Op mijn middelbare school heb ik met mijn klas in 2017 een uitwisseling gedaan met een klas uit Xi’an. Zij kwamen in april 2017 naar ons en wij zijn in oktober 2017 naar Xi’an geweest. Het was voor mij een hele bijzondere ervaring. De vraag ´hoe zou mijn leven in China eruit hebben gezien, als mijn ouders mij niet ter adoptie hadden afgestaan?’ werd hierdoor meer beantwoord. Door de uitwisseling heb ik, naast bezoeken aan het terracotta leger, de stadsmuur en streetfood markten, een beeld kunnen vormen van het alledaagse leven van een leeftijdsgenoot in China. 
 
Mijn klasgenoten en ik waren aan het begin van het hele traject gekoppeld aan een Chinese student. Het was super leuk om hen in Xi’an weer te zien. Ondanks een reis van bijna zestien uur, was iedereen heel opgewonden. Onze ontvangst was hartelijk en de Chinese studenten en hun families waren heel gastvrij. Mijn uitwisselingsstudent heette Noora en we hebben nog steeds regelmatig contact. Doordat zij met haar familie een half jaar in Amerika heeft gewoond, sprak ze ook goed Engels. We konden dus gelukkig goed communiceren en onze gesprekken gingen van Shawn Mendes (haar idool) tot onze favoriete Chinese gerechten. 
 
Het was een hele gezellige week, maar ook eentje waarin culturele verschillen duidelijk werden. Zo verwonderden zij zich over de vrijheid die wij hadden en zagen wij hoe zij eigenlijk 24/7 met school bezig waren (sommigen sliepen zelfs op school). Begrijpelijk aangezien er veel competitie is om daar toegelaten te worden tot een goede universiteit. In de school stonden quotes op de muren als ‘failure is not an option’; een grote shock voor ons. Verder vonden zij ons heel sociaal en ‘outgoing’, terwijl zij op ons verlegen overkwamen. Toch hebben we veel met elkaar gelachen en weten zij nu wat de voetbalclub Ajax inhoudt. Ondanks de verschillen zijn we in de tijd, die we met elkaar doorbrachten, toch heel erg naar elkaar toegegroeid en hebben we de week in Xi’an feestelijk afgesloten met een avond karaoke. 

Mei Hua, 23

Mei Hua, 23

Hoi allemaal, mijn naam is Mei Hua en ik ben 23 jaar! Mei Hua is mijn volledige voornaam en Steenwinkel is mijn achternaam. Dat zorgt nog wel eens voor verwarring, omdat velen denken dat ‘Hua’ mijn achternaam is haha. Op mijn derde ben ik geadopteerd uit China. Ik kom uit Hefei in de provincie Anhui. Vroeger, als kind, had ik weinig tot geen belangstelling voor mijn verleden; ik denk voornamelijk als onbewuste zelfbescherming. Daarbij was ik een ontzettende zwart-wit denker, want waar begin je als je geen eens een begin hebt? 
 
Hoe ouder ik werd, hoe vaker ik de vraag kreeg ‘wil je je biologische ouders niet gaan zoeken?’. Mijn antwoord was ‘nee’. Ik ben te vondeling gelegd en heb geen informatie. Ik had geen hoop dat het mogelijk zou zijn, maar door de moderne tijd van nu zijn er wel mogelijkheden en is het misschien toch wel mogelijk. 
 
Ik wist nooit zo goed hoe ik mij moest voelen. Ik heb weinig mensen om mij heen gehad met wie ik over mijn adoptie kon praten en die mij ook daadwerkelijk begrepen. Begrijp me niet verkeerd, maar de mensen die ik er wel eens over sprak, hadden ook wel vaak hun eigen mening klaar, die niet altijd paste in het beeld wat ik voor ogen had. 
 
Ik ben ooit teruggegaan op vakantie naar China. Ik had verwacht dat ik door mijn Aziatische uiterlijk mij “op mijn gemak” zou voelen. Ik had gedacht dat ik nu niet zo erg zou opvallen tussen alle Aziaten, maar het tegendeel werd juist bewezen. Ik viel alsnog op door mijn vereuropeeste uiterlijk. Daarbij spraken sommige Chinezen mij spontaan aan, waardoor ik mij ongemakkelijk voelde. Ik voelde een schaamte. Het was een soort schuldgevoel, dat ik spontaan kreeg. Een gevoel van schaamte dat ik mijn moedertaal niet sprak en kon verstaan. Hier in Nederland voel ik me wel ‘gewoon’ totdat er altijd wel een opmerking komt, waardoor je even weer beseft ‘o ja, ik ben geen blonde meid, maar een zwartharige met een Aziatisch uiterlijk’. 
 
Verhalen die ik heb gelezen en dit mooie platform hebben mij laten inzien dat ik niet alleen ben als geadopteerde. Ik zie in dat ik niet de enige ben met dit verhaal en deze gevoelens. Ik ben blij dat ik mij eindelijk open durf uit te spreken naar de buitenwereld. Adoptie 

Hong-Lin, 21 (1)

Hong-Lin, 21 (1)

Mijn naam is Hong-Lin en ik ben naast Chinees geadopteerde, ook onderdeel van de LGBT+ community. Ik ben zelf nooit echt publiekelijk ‘uit de kast’ gekomen zoals je dat noemt. Dit vind ik zelf niet echt nodig, aangezien mijn seksualiteit niemand echt iets aangaat. Vaak komt het vanzelf een keer ter sprake en dan benoem ik het tussen lippen door. Een groot statement of een emotionele blogpost is voor mij niet van belang. 
 
Ik ben voor mijn gevoel nog altijd zoekende naar mijn eigen identiteit. Hoewel ik hier nu een beter beeld van heb dan vier jaar geleden, ben ik nog altijd niet zeker wie ik nou precies ben. Ik denk dat een groot obstakel in deze zoektocht mijn eigen emotie is. Ik vind het soms lastig om mijn eigen emoties te onderscheiden. Dit kan mij soms behoorlijk in de weg zitten. 
 
Mijn identiteit is, denk ik, wie ik ben en hoe ik ben. Dit is voor mij wat anders dan afkomst. Identiteit en afkomst kunnen zeker met elkaar in verband liggen, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Zoals ik eerder noemde ben ik nog zoekende naar mijn eigen identiteit en dit geldt ook voor mijn geaardheid. Ik vind het, net als bij het onderscheiden van diverse emoties, lastig om een goed beeld te krijgen van mijn seksuele geaardheid. Ik ben daarom heel blij dat mijn familie en vrienden hier voor zover ik weet geen moeite mee hebben. 
 
Dit is in mijn ogen ook weer een voordeel van geadopteerd zijn. Hier in Nederland voel ik mij vrij om mijn identiteit, op alle vlakken, te onderzoeken en ontdekken. Ik weet niet hoe ik hier naar zou kijken als ik in een Chinees gezin was opgegroeid. 
 
Bij identiteit kan men natuurlijk ook denken aan uiterlijke kenmerken. Hoewel ik gewoon Nederlands ben en mijzelf ook zo voel, word ik er vaak door anderen (onbewust) aan herinnerd dat mijn uiterlijk dit niet zou bevestigen. Dit verschil tussen innerlijk en uiterlijk vind ik zo nu en dan wel lastig, want hoe Hollands ik mij ook voel, ik zal altijd mijn Chinese uiterlijk behouden. 

Leticia, 25

Leticia, 25

Boerenkool met (Hema) worst is één van mijn lievelingsgerechten. Nee, geen nasi goreng of babi pangang (dat is niet eens Chinees). 
 
Ik ben Leticia (25), geadopteerd uit Chengdu (China), toen ik zes maanden oudwas. Mijn Nederlandse ouders konden niet natuurlijk zwanger worden, waardoor ze hebben besloten een speciaal kindje te adopteren uit een Aziatisch land. Ik was één van de gelukkigen en ben liefdevol opgevoed in een welvarend gezin. 
 
Twee jaar later hebben ze nog een meisje geadopteerd uit China, dat nu mijn zusje is. Samen zijn we nu met zijn vieren een gelukkig gezin met een grote familiekring. 
 
Ik heb nooit de drang gehad om mijn biologische ouders te gaan zoeken, want de adoptieouders voelen als mijn échte ouders. Ik weet niet beter. Ik spreek ook geen woord Chinees en ik voel mij totaal geen Chinees. Ik ben een kaaskop en 100% Hollands vanbinnen. Ja, alleen het uiterlijk is ‘exotisch’ voor sommigen. Ik ben één keer naar China geweest op vakantie met mijn adoptieouders. 
 
We gingen naar het kindertehuis, waar ik ben opgehaald en we hebben mijn stad bezocht. De reis was leuk, maar ook emotioneel. Ik voelde me daar niet thuis en ik werd nog vreemder aangekeken dan in Nederland. Dit bracht mij op de gedachte: ” Waar hoor ik thuis? Waar word ik geaccepteerd? Wat ben ik?” 
 
Mijn moeder heeft een doos met spullen bewaard, die uit China kwamen. Baby rompertjes met een gat bij de billen, adoptiedocumenten, foto’s en geboorte wenskaarten. 
 
De stapels fotoalbums zijn voor mij eng om door te bladeren. Als ik naar de foto’s kijk, schieten de tranen meteen in mijn ogen. Ik snap niet goed wat voor soort emotie ik voel; het is een mengelmoes van verdriet, angst, verwardheid, dankbaarheid, geluk en schuldgevoel. Ik keek ook weleens naar die tv programma’s 
zoals @spoorloos_online . Ja, tranen met tuiten. 
 
Ik heb een hele fijne jeugd gehad tot ongeveer mijn dertiende levensjaar. Ik kan mij alleen liefde en geluk herinneren, als ik aan vroeger denk. 
 
Sinds de middelbare school (HAVO) heb ik een persoonlijkheidsstoornis ontwikkeld. Ik werd ernstig gediscrimineerd vanwege mijn afkomst, omdat ik er anders uitzag voor mijn klasgenoten…… 

Sasa

Sasa

Ik, de baby in mij, strek mijn armpjes uit. Uitreikend naar mijn biologische moeder. Zij is er niet, want ze heeft me net op straat gelegd. Ik lig op straat. In mijn eentje. Ik voel me alleen. Ik voel me in de steek gelaten. Ik voel me niet belangrijk. Ik strek weer mijn armpjes uit, maar niemand reageert daarop. Terwijl voor een 2 tot 3 dagen oude baby is het juist zo belangrijk dat iemand daarop ingaat. Want een 2 tot 3 dagen oude baby kan nog niet zelf overleven, is volledig afhankelijk van anderen, anders gaat ze dood. Een 2 tot 3 dagen oude baby kan nog niet zelf haar emoties en stress reguleren. Daar heeft ze haar moeder bij nodig. Vanbinnen huil ik, maar er komen geen tranen. Ik wacht maar totdat ik opgepakt word door iemand óf totdat ik doodga. 

Max, 23

Max, 23

Mensen kunnen zich vaak weinig voorstellen bij de intersectie tussen geadopteerden en queerness. Veel mensen denken aan lesbische of homoseksuele stellen die een kind adopteren. Daarom kijken ook andere geadopteerden, die erg kritisch zijn over adoptie, me soms wantrouwend aan, wanneer ik de term ‘queer’ laat vallen. Het is echter veel complexer dan dat. 
 
Laat ik voorop stellen: ‘queer’ betekent voor mij niet hetzelfde als LHBTI+. Terwijl LHBTI+ in de eerst plaats betrekking heeft op identiteit, gaat de term queer veel meer over een manier om naar de wereld te kijken. Het gaat om het hebben van een kritische blik op wat we als ‘normaal’ beschouwen; om het ter discussie stellen van normen in de maatschappij en ons zelfbegrip, ook wanneer dit niet direct gaat over gender of seksualiteit. 
 
Komt het op identiteit aan, dan heb ik als geadopteerde geleerd dat nooit iedereen je zal zien zoals je bent. Zien mensen me als Chinese toerist, dan moet ik telkens uitleggen dat ik toch echt Nederlander ben. Als mensen denken dat mijn culturele achtergrond Chinees is, dan moet ik keer op keer mijn adoptieachtergrond benoemen. Daarom heeft het idee van ‘coming out’ nooit veel voor me betekend, ook niet als het gaat om mijn non-binaire genderidentiteit of mijn panseksuele oriëntatie: alsof de hele wereld met één aankondiging zou weten wie ik ‘echt’ ben. 
 
Andersom heeft ook het queer perspectief mij anders naar mijn adoptieachtergrond laten kijken. De maatschappelijke norm dicteert: wie je vroeger was, bepaalt wie je in de toekomst zult zijn. En: waar je vandaan komt, is waar je terug naar moet. Maar net als mijn seksuele oriëntatie en genderidentiteit, ben ik ook als geadopteerde veranderlijk en fluïde. Mijn culturele roots bepalen niet wie ik als geadopteerde ben. Ik ben niet enkel mijn afkomst. Dat betekent natuurlijk niet dat wij, geadopteerden, niet mogen zoeken naar onze roots, maar dat betekent wel dat we ons moeten afvragen: zoek ik omdat dat iets toevoegt aan mijn leven, of zoek ik omdat de maatschappij en ikzelf mij pas accepteren als ik weet waar ik vandaan kom? Volgens mij staan wij, geadopteerden, te weinig stil bij die vraag. 

Yaomi, 26

Yaomi, 26

Lieve Mama, 
 
Deze brief heb ik al zo vaak proberen te schrijven, maar het lukte me niet. Ik liep vast, vast in mijn eigen zijn. Zoveel boosheid, zoveel verdriet, zoveel onmacht. De boosheid delen, durfde ik niet. Bang om te kwetsen. Die pijn van gekwetst zijn, is een pijn, die ik nooit wilde delen. Ik wist niet beter, ik heb het goed hier, ik ben geliefd. Allemaal argumenten om het voelen maar niet de ruimte te geven. Echt toe te laten tot het binnenste van mijn zijn. Dat ik het moeilijk vind dat ik niet bij je mocht en kon blijven, heb ik altijd ontkend. Het leven was nu eenmaal overleven. 
 
Ik weet niet eens wat er is gebeurd. Ergens hoop ik dat jij het niet wilde en dat het niet anders kon. Wat als dit het niet is en dat je me gewoon maar hebt weggedaan? Ik weet niet of ik dat wel aankan. 
 
Mijn naam. Mijn geboortedatum. Mijn geboorteplaats. Zelfs dat weet ik niet eens. 
 
Ergens probeer ik me voor te stellen hoe dit voor jou is geweest, maar ik kan me er helemaal niets bij voorstellen. De eenkindpolitiek, de cultuur waarbij jongens meer waard zijn, het niet kunnen groeien als individu, ik snap het niet, ik wil het niet snappen. 
 
Mijn thuis was nergens, ik ben mijn ’thuisland’ ontgroeid, maar zal hier ook altijd iemand met een ander uiterlijk blijven. Inmiddels weet ik dat mijn thuis in mezelf zit en in de mensen om me heen. Ik heb het altijd goed gehad, maar nu pas voel ik me emotioneel met liefde gevuld. Bang zijn was een emotie die ik aan één stuk door heb gehad. Bang nog een keer afgewezen te worden, bang weer ergens terecht te komen, in het onbekende. 
 
Nog altijd ben ik bang, bang mijn pijn rondom de adoptie de ruimte te geven, maar inmiddels weet ik dat het ook mijn grootste bron is. Mijn krachtbron om te stralen. Zonder donker, kan er nu eenmaal geen licht bestaan. 
 
In ons verdriet zit ons geluk. 
 
Ik denk dat ik je mis. 
 
Yaomi 

Yuan, 21

Yuan, 21

Ik ben Yuan en ik ben 21 jaar. Ik ben geboren in Shenzhen en ik woon sinds 2001 in Nederland. 
 
Sinds de middelbare school ben ik mij gaan beseffen hoe het is om geadopteerd te zijn. Af en toe zijn er weleens van die jongeren op straat, die mij uitschelden of mij er duidelijk op wijzen dat ik anders ben dan anderen in Nederland. Ik negeer het, maar denk bij mijzelf: ik heb er toch niet zelf voor gekozen om hier op te groeien in een soms wat snel oordelende samenleving. 
 
Op de middelbare school heb ik de kans gehad om vijf jaar lang Chinees als vak te volgen. Chinees leren gaf mij een voldaan gevoel. Voorheen moest ik mensen vaak teleurstellen, als ik zei dat ik geen Chinees kan praten en schrijven. Nu is dat wel anders. 
 
Het hoogtepunt was dat ik in 2014 met mijn Chinees klas naar Beijing en Xi’an ben gegaan op uitwisseling. Ik heb daar een hele fijne tijd gehad, maar er waren ook wel lastig momenten. We hebben daar onder andere een weeshuis bezocht. Ik vond dat best moeilijk. 
 
Eerder dat jaar ben ik met mijn ouders en zusje op vakantie naar China geweest. Het voelde echt als thuiskomen. Eenmaal terug in Nederland kwamen vragen, die ik op voorhand niet had verwacht. Mensen vroegen of ‘het’ gelukt was; wederom voelde het alsof ik mensen moest teleurstellen. Ik ging naar China voor een vakantie zonder verdere bedoelingen. 
 
Ondanks de negatieve bejegeningen zo nu en dan ben ik hier gelukkig. Op dit moment studeer ik Gezondheid en Leven aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In mijn vrije tijd hockey ik en speel ik piano. Verder schrijf ik graag verhalen en gedichten. 
 
Al een leven lang heb ik een groot verlangen naar het vinden van herkenning in wie ik echt ben. Wat zou ik het ongelooflijk fijn vinden om ooit familie weer in de armen te kunnen sluiten en dan in het bijzonder mijn biologische moeder; ik wil lijken, vergelijken en haar recht in de ogen aankijken. Hoe ouder ik word, hoe meer het tot mij binnendringt dat het hooguit bij een verlangen blijft. Dat vind ik erg moeilijk en het houdt mij veel bezig. Het schrijven van gedichten is voor mij een manier om het een plek te geven. 

Simone, 28 (1)

Simone, 28 (1)

De bladeren vallen van de bomen. Het wordt weer sneller donker en het wordt ook weer kouder. Ik merk dat ik het nu wel lastig vind om uit mijn winterdipje te komen. Door Corona is het natuurlijk lastig om je gedachtes even op stil te zetten en de focus op iets anders te leggen. Corona dwingt je in een bepaalde mate om bij jezelf stil te gaan staan; door stil te staan bij wat je voelt en wat je ervaart. Voor mij is het een tijd waarbij ik veel aan het nadenken, maar ook aan het piekeren ben over mijn verleden, heden en toekomst. Het verleden roept bij mij voornamelijk vraagtekens op, het heden is vooral zoeken naar wat ik nodig heb en de toekomst zorgt ervoor dat ik angst ervaar. Al deze gevoelens maken nu dat in mijn hoofd chaos wordt ervaren. Vragen die bij mij angst oproepen en juist gevoelens die ik niet kan plaatsen of een plek kan geven. Ik vraag me soms wel af hoe ik hiermee om kan gaan en kan accepteren dat sommige onderdelen ook bij mij horen. Ik ben benieuwd of sommige dingen ook daarom genetisch aangelegd zijn. Zou dit herkenbaar zijn voor mijn biologische ouders? Vragen die heel onduidelijk blijven. Des te meer ga ik er meer over filosoferen, nadenken en piekeren. Soms geeft dit andere inzichten, maar met regelmaat raak ik toch teleurgesteld dat er weinig duidelijkheid en rust komt. Het is een strijd die ik al jarenlang met mezelf aan het voeren ben. Het ene jaar doe ik dat door te vechten en het andere jaar trek ik me terug en ben ik gesloten. Momenteel ervaar ik alles tegelijk en dat maakt het nog lastiger. Want wat is dan wat? 
 
Zoals ik al eerder zei over Corona, krijg ik nu de mogelijkheid om nog meer dus stil te staan bij mezelf. Iets wat ik vaak wel vermeed en wat nu dus niet kan. Het is lastig om tothe-point te komen. Dan weet ik niet waar ik het zoeken moet en soms weet ik gewoon niet hoe het moet. Andere dagen denk ik dat ik heel goed weet hoe het moet. Nu voel ik mij vooral leeg, maar tegelijkertijd voel ik ook veel emoties waar ik nu niet aan durf te komen. 
 
Dit is een kort fragment van hoe het in mijn hoofd soms kan gaan. 

Lynouk, 20

Lynouk, 20

Ik ben Lynouk en ik ben 20 jaar. Ik ben geadopteerd uit Lanxi in Zhejiang in China. Ik ben opgegroeid in een klein dorpje in Noord-Brabant. Toen ik op de basisschool zat in mijn dorp, heb ik eigenlijk nooit echt problemen gehad met mijn identiteit. Ik voelde mij gewoon Nederlands net als al mijn klasgenootjes. Toen ik naar het VWO ging, kwam ik er pas achter dat ik wel degelijk anders was dan de rest. Ik kreeg dan ook met enige regelmaat de “standaard” herhalende racistische opmerkingen, zoals “sambalbij”, “kut spleetoog” en “kanker chinees” enzovoorts naar mijn hoofd geslingerd. Ik werd hier heel erg onzeker van en dit zette mij aan het denken over mijn afkomst en mijn Aziatische uiterlijk. Ik snapte het niet, want in mijn ogen was ik niet anders dan de andere mensen op mijn school. Toen ik eenmaal de moed had verzameld om het aan te geven bij mijn mentor, was ik verbaasd over het feit dat er zo luchtig over gedaan werd en ook zo weinig aan gedaan werd. Het signaal dat werd afgegeven op mij was alsof het maar een grapje was. Toen ik wat ouder werd, stopte de discriminatie op school en ben ik veranderd van school, waar ik gelukkig nooit te maken heb gehad racisme. 
 
Echter is het mij nooit in de koude kleren gaan zitten. Ik heb in die tijd heel veel moeite gehad met het accepteren van mijn Aziatische uiterlijk. Na veel gepraat te hebben, heb ik mijn verleden een plekje kunnen geven en kan ik nu zelfs met trots zeggen dat ik een Aziatische roots heb. Ik ben sinds de laatste jaren ook erg geïnteresseerd geraakt in de Chinese cultuur. Hierdoor ben ik ook mijn zoektocht naar mijn biologische ouders gestart en ben ik begonnen met het leren van de taal. 
 
Het doet mij altijd nog steeds pijn en verdriet dat er (volwassen) mensen zijn die zulke opmerkingen maken. Daarom ben ik lid geworden van Asian Raisins; een organisatie die zich inzet tegen discriminatie en racisme jegens Aziaten.