Trauma

Ons lichaam reageert op stressvolle gebeurtenissen met het vecht-vlucht response. Dit is een combinatie van fysiologische en psychologische reacties die je lichaam in staat stelt om met een externe dreiging om te gaan (Cannon, 1929). In een (levens)bedreigende situatie is deze response nuttig, maar als de dreiging weg is kan deze stress-response aan blijven houden. Dit is het geval bij veel angst-gerelateerde stoornissen, waaronder dus ook PTSS (American Psychiatric Association, 2013).  

Volgens Psychologen Nederland (z.d.) kan er een trauma ontstaan wanneer men één of meerdere schokkende gebeurtenissen heeft meegemaakt. Door deze traumatische ervaringen kan je problemen ervaren in de omgang met niet alleen jezelf, maar ook met anderen. Dit kan zich uiten op verschillende manieren: 

  • Lichamelijke klachten;  
  • Prikkelbaarheid;   
  • Isolatie/je terugtrekken; 
  • Middelenmisbruik, zoals alcohol en soft- en harddrugs;  
  • Andere psychische klachten.  

Wat als een traumatische gebeurtenis wordt gezien, is voor iedereen verschillend. Zo kan het kwijtraken van een favoriete knuffel net zo traumatisch zijn als het getuige zijn van een ongeluk. Dit is per persoon verschillend.   

Posttraumatische stressstoornis (PTSS):  

Een trauma is het meemaken van extreem schokkende gebeurtenis(sen). Echter, het kan ook zijn dat je na deze schokkende gebeurtenissen klachten blijft behouden. Dit noemen we dan PTTS (APA, 2013). Dan blijven de klachten langer dan een maand aanhouden en kan je regelmatig last hebben van nachtmerries. Ook kun je last hebben van flashbacks en hypervigilantie, constant op je hoede zijn.  

De nare herinneringen blijven zich opdringen, terwijl je er juist niet meer aan wilt denken. Hierdoor kun je je somber of zelfs wanhopig gaan voelen, problemen krijgen met slapen, schrikachtig en angstig zijn, maar ook boos of zelfs agressief. PTSS-klachten zijn ernstige klachten die grote invloed kunnen hebben op hoe je in het dagelijks leven functioneert (Psychologen Nederland, z.d.). 

PTSS dekt niet volledig alle problemen die er bij adoptie spelen. Zo kan het adoptietrauma invloed hebben op de ontwikkeling van bepaalde hersenstructuren die onder andere te maken hebben met sociale groei en geheugen (Pynoos et al., 1999). Daarom zijn er op dit moment onderzoeken gaande naar een andere diagnoses, namelijk Developmental Trauma Disorder (DTD) en Complex-PTSD. Deze suggestie hebben wetenschappers gedaan, omdat dit een vollediger geeft van de problematiek rond “complex childhood trauma” (waaronder adoptie bijv.). In het verslag van Sar (2011) kan je er meer informatie over vinden.